Ondanks de coronacrisis, die zowel menselijk als economisch diepe sporen heeft achtergelaten, hebben Amerikaanse huishoudens flinke vermogensgroei weten te realiseren. Dat voedt de gedachte dat inflatie langer kan aanhouden dan de Fed nu (nog) denkt.
De lockdownmaatregelen die in maart vorig jaar werden ingevoerd om de coronapandemie in te dammen, resulteerden op het dieptepunt in een verlies van meer dan 20 miljoen banen in de VS. Maar vanaf datzelfde dieptepunt gemeten, steeg het vermogen van Amerikaanse huishoudens in 12 maanden tijd met maar liefst $ 25,6 biljoen. Om dat in historisch perspectief te plaatsen: dat is bijna vijf keer zoveel als de jaarlijks gemiddelde vermogensaanwas van ‘slechts’ $ 5,35 biljoen in de tien jaar voorafgaand aan de coronacrisis.
Dat het totaal aan opgebouwde rijkdom op 31 maart jongstleden uitkwam op $ 136,9 biljoen, oftewel $ 136.900 miljard (!) aan vergaarde welvaart, had natuurlijk alles te maken met de gigantische kapitaalinjecties van zowel de overheid als de Federal Reserve in de VS.
Positivisten zullen erop wijzen dat al dat gecreëerde geld de Amerikaanse economie de komende tijd flink zal blijven ondersteunen. En aan optimisten geen gebrek, want uit een vorige week gepubliceerd Bloomberg-onderzoek onder economen blijkt dat de kans op een Amerikaanse recessie in de komende 12 maanden nog maar op 10% wordt geschat.
Hoewel ik over het algemeen een glas vaker halfvol dan halfleeg zie, vrees ik in dit geval dat de enorme welvaartscreatie toch ook vooral voor zuurstof kan zorgen bij het vuurtje dat de inflatie aanwakkert. Immers, met zoveel (extra) opgebouwd vermogen zullen de uitgavenpatronen van huishoudens minder vatbaar zijn voor hogere consumentenprijzen.
Mocht dat laatste inderdaad het geval zijn, dan zou de flinke prijzensprong in mei (van 5%, terwijl een consumentenprijsstijging van 4,7% was verwacht) weleens van langduriger in plaats van enkel tijdelijke aard – zoals de Fed maar blijft herhalen – zijn.
In het verleden lijkt er in ieder geval zeer wel sprake te zijn van correlatie tussen de omvang van het vermogen van Amerikaanse huishoudens en de stand van de consumentenprijsindex. Zo steeg de inflatie in 2005 fors nadat het vermogen van huishoudens in 2003 en 2004 met zo'n 25% was gegroeid. Hetzelfde gebeurde in 2000 nadat het totaal aan huishoudelijk vermogen veel harder was gestegen dan het gemiddeld deed in de drie jaar daaraan voorafgaand. Het meest sprekende voorbeeld dateert van eind jaren tachtig van de vorige eeuw: na de grote welvaartsgroei onder gezinnen volgend op de jaren-80-crisis steeg de inflatie van 1,1% in 1986 naar 6,3% in 1990.
Wel is door de jaren heen de inkomensongelijkheid steeds groter geworden, ook dit keer weer. Van de $ 6,7 biljoen aan vermogenstoename in het eerste kwartaal van 2021 (vergeleken met het vierde kwartaal van 2020) was zo’n $ 3,2 biljoen afkomstig van winsten op de aandelenmarkten en kwam bijna $ 1 biljoen voort uit het bezit van in prijs gestegen onroerend goed. En laten het nu (logischerwijs) net de rijkere huishoudens zijn die zich een eigen woning kunnen veroorloven én nog geld overhouden om mee te beleggen.
Dat de minder bedeelde gezinnen (die vaker huisvesting huren dan kopen en niet of nauwelijks financiële ruimte overhouden om te beleggen) dus lang niet zo hebben meegedeeld in de welvaartsgroei, zal de Fed sterken in het voorlopig handhaven van ultrasoepele monetaire omstandigheden.
Tegelijkertijd zal dit in een omgeving waarin de aanbodkant van de economie voorlopig nog lang niet aan de (weer) gestegen vraag kan voldoen, blijven zorgen voor opwaartse druk op de prijzen van goederen en diensten.
Daarmee rijst ook de vraag hoe lang de Fed nog kan volhouden dat stijgende inflatie enkel een tijdelijk fenomeen is en daardoor niet hoeft te worden bestreden met monetaire verkrapping en een hogere rente.
De dag dat er in die ‘logica’ iets verandert, houd ik voor wat betreft de reactie van (nu nog steeds louter positieve) beleggers mijn hart vast…
De informatie op deze pagina is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als een individuele aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De beloning van Hein Praats staat/stond/zal niet direct of indirect in relatie (staan) met zijn specifieke aanbevelingen of standpunten. Ondanks het feit dat Topfund alle zorgvuldigheid in acht neemt bij het samenstellen en onderhouden van deze pagina's, en daarbij gebruik maakt van bronnen die betrouwbaar geacht worden, kan Topfund niet instaan voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van de geboden informatie . Indien u zonder verificatie of advies gebruikmaakt van de verstrekte informatie, doet u dat voor eigen rekening en risico . Aan de informatie op deze pagina's kunnen geen rechten worden ontleend. Beleggen brengt risico’s met zich mee. Uw inleg kan minder waard worden.