Cookie Instellingen

Om Topfund.nl goed te laten functioneren maken we gebruik van cookies. Lees hier meer over Privacy & cookies.

Alle cookies accepteren
sluiten
Duurzaam beleggen, feit of fictie?
Portret Hein Praats
Een column door
Hein Praats

Duurzaam beleggen, feit of fictie?

Datum:
3/4/2021
Door het vele geld dat tegenwoordig richting het thema ‘duurzaam beleggen’ vloeit, lijken steeds meer fondsmanagers de groene kant op te gaan. Vaak is dat echter alleen maar op papier, want de steeds grotere focus op ESG speelt ook greenwashing meer en meer in de kaart.

Volgens gegevens die zijn verzameld door Morningstar hebben vorig jaar meer dan 250 bestaande Europese fondsen hun beleggingsdoelstellingen gewijzigd om hun ESG-ambities kracht bij te zetten, waarbij het leeuwendeel ook een naamsverandering doorvoerde om deze meer duurzame focus te weerspiegelen.

ESG staat daarbij voor Environment, Social & Governance, waarbij de gevolgen voor milieu en maatschappij van een bedrijf(smodel), evenals de mate van goed (of slecht) ondernemingsbestuur, de belangrijkste criteria vormen op basis waarvan een aandeel wel of niet wordt geselecteerd.

Echt vergroenen of slechts groen wassen?

Gezien de €233 miljard die in 2020 richting Europese ESG-fondsen stroomde (waarvan alleen in het vierde kwartaal al bijna €100 miljard), is het vanuit ‘fear of missing out’-oogpunt niet vreemd dat fondsmanagers worden geprikkeld om hun beleggingsaanbod te vergroenen. Al kan ‘vergroenen’ hier beter worden vervangen door ‘greenwashing’ – tenminste als het aan Tariq Fancy, de voormalige CIO van Blackrock, ’s werelds grootste vermogensbeheerder, ligt.

Hij liet zich vorige week namelijk in een Amerikaanse krant ontvallen dat “duurzaam beleggen in werkelijkheid op weinig anders neerkomt dan een pr-stunt die bol staat van oneerlijke beloften aan het beleggersschare, waarbij beleggingsfondsen – enkel voor marketingdoeleinden en een betere uitstraling – onbeschaamd worden omgedoopt tot ‘groen’, zonder waarneembare verandering in het fonds zelf of in de onderliggende strategieën."

Verschillende duurzaamheidscategorieën

Om dergelijke greenwashing tegen te gaan heeft de EU begin maart aangescherpte regelgeving geïntroduceerd inzake de ‘ware’ duurzaamheid van beleggingen. Daarbij zijn in feite drie duurzaamheidsclassificaties van Europese fondsen gecreëerd, zijnde grijs, lichtgroen en dochtergroen.

Onder grijs vallen beleggingen die totaal géén rekening houden met ESG-criteria. Lichtgroen omvat beleggingen die een bepaalde mate van ecologische, sociale of ‘governmental’ kenmerken hebben (waaronder ook beleggingen vallen die juist worden uitgesloten op basis van milieuonvriendelijkheid of andere criteria die niet aanvaardbaar worden geacht), terwijl het doel van donkergroene beleggingen volledig in het teken staat van het maken van ESG-impact, waarbij bijvoorbeeld proactief kapitaal wordt gealloceerd aan hernieuwbare energie- of schoon waterprojecten.

Grijs gaat ‘m niet meer worden

Hoewel het doel van deze onderverdeling – het verschaffen van meer duidelijkheid aan beleggers over de mate van duurzaamheid van zijn of haar beleggingen – lovenswaardig is, kan het niettemin leiden tot onbedoelde gevolgen en averechtse effecten. Immers, in het huidige investeringsklimaat, waarin duurzame overtuigingen bij beleggers steeds hoger in het vaandel staan, is het voor fondsmanagers weinig zinvol om te pitchen voor grijze beleggingsproducten. Sterker nog, fondsen die niet bekend staan als expliciet ESG-vriendelijk (of die zich als zodanig verkopen) zullen in de huidige alles-voor-een-beter-klimaat-mindset steeds meer worden gezien, en behandeld, als marktparia’s.

Onderscheid steeds moeilijk te maken

Daarmee wordt dan ook de verleiding versterkt om zoveel mogelijk beleggingen met een donkergroen etiket te labellen, zelfs als er bij de selectie van bedrijven en aandelen geen, of bijna geen, rekening wordt gehouden met ESG-criteria. Anders gezegd riskeert de EU met de nieuwe regelgeving juist dat in de kaart te spelen waartegen het wil optreden, namelijk dat beleggingen zich (veel) groener voordoen dan dat ze daadwerkelijk zijn.

Met steeds meer vermogensbeheerders die zeggen ESG centraal te stellen in hun beleggingsproces, wordt het dan ook steeds lastiger om de ‘goede’ van de ‘slechte’ te onderscheiden. Los van het feit dat duurzame beleggingsstrategieën sowieso niet altijd even gemakkelijk te meten en te kwantificeren zijn (vooral op het gebied van ‘Social’ en ‘Governance’), zullen beleggers die vooral hun groene hart willen volgen nóg waakzamer moeten zijn om ervoor te zorgen dat hun geld echt zo duurzaam wordt beheerd als door de fondsmanager wordt beweerd.