De Amerikaanse consumentenprijzen stegen in oktober (eindelijk weer eens) minder dan verwacht. Een enorme opluchtingsrally was het gevolg.
Bron: ZeroHedge
Het algemene inflatiecijfer steeg in oktober 7,7% (jaar-op-jaar), waardoor het voor het eerst sinds begin dit jaar weer onder de 8% kwam te liggen. De markt interpreteerde dit als een teken dat de Federal Reserve in antwoord op lagere consumentenprijzen wel eens een minder verkrappend rentebeleid zou kunnen gaan voeren.
Aandelenkoersen schoten op het nieuws omhoog; de S&P 500 eindigde de dag op een plus van 5,5%, terwijl de Nasdaq de 5e beste dag in 20 jaar tijd beleefde met een stijging van 7,5%. Amerikaanse obligatierentes daalden juist fors, waardoor ook de dollar een tik kreeg van zo’n 2%. De kans op een renteverhoging van 75 basispunten in december daalde tot nul (daarvoor in de plaats werd wel nog altijd een stijging van een half procent ingeprijsd).
Niettemin is de vraag gerechtvaardigd of de lager dan verwachte consumentenprijsindex de vooruitzichten voor de Amerikaanse rentetarieven fundamenteel verandert. Anders gezegd: kan de Fed het zich veroorloven om de rente niet stapsgewijs tot ten minste 5% te verhogen? Hoewel het lagere inflatiecijfer over oktober niet liegt, maakt één zwaluw in ieder geval nog geen zomer…
Wordt ongetwijfeld vervolgd.